Page 82 of Near Dark
Harvath en Landsbergis draaiden zich tegelijk om en zagen een man met gitzwart haar en een perfect gesoigneerd puntbaardje in de deuropening staan.
Sergei Gurjev had zich in het gesprek gemengd.
35
Gurjev werd vergezeld door de eerdergenoemde schurk met rode baard Kovaljov, en door de andere twee bullebakken die Luksa zouden hebben vastgehouden terwijl hij werd gemarteld. Ze waren allemaal bewapend en al hun wapens waren op Harvath en Landsbergis gericht.
‘Handen,’ zei de Rus in perfect Engels. ‘Steek die handen maar flink hoog op.’
Terwijl Harvath en Landsbergis zijn bevel opvolgden, drongen zijn mannen de kamer binnen en pakten ze hun wapens af.
‘Je hebt wel de tijd genomen om hierheen te komen,’ klaagde Simulik.
‘Rustig, Andriejus,’ maande Gurjev hem. ‘Vergeet niet dat jij voor mij werkt, niet andersom.’
Harvath was blij met de bevestiging, maar die had ook een keerzijde. Dat devsd-directeur voor hen werkte, betekende dat Gurjev en zijn ploeg hem vast niet wilden vrijlaten.
Ze zouden hem waarschijnlijk naar Rusland meevoeren, waar ze de klus zouden afmaken waaraan ze voor zijn ontsnapping waren begonnen. Behalve uiteraard als hij dood voor hen meer waard was dan levend. Als dat het geval was, kon hij elk moment geëxecuteerd worden.
‘Ik kan je niet vertellen wat een merkwaardig en onverwacht genoegen dit is,’ zei Gurjev, terwijl hij zich naar Harvath toe draaide. ‘Je hebt diverse vrienden van mij in Rusland vermoord. Ik kijk ernaar uit om met jou hetzelfde te doen.’
‘Ik heb heel veel Russen vermoord toen ik daar was,’ antwoordde Harvath. ‘Dus je zult het me vast vergeven als ik niet meer weet wie dat waren.’
‘Amerikanen. Altijd in voor een grapje.’
‘Ik maakte geen grapje.’
Harvath wist dat hij in de problemen zat en zich beter gedeisd had kunnen houden.
Zijn tegenstanders waren niet het stereotype Russische gorilla, zoals de gangsters in Moskou. Hij kon aan hun ogen zien dat ze niet alleen intelligent waren, maar ook alert. Waarschijnlijk waren het ex-militairen, misschien zelfs ex-commando’s van de Spetsnaz.
Hij moest hier weg zien te komen, en snel ook. Hij dwong zichzelf om na te denken.
Hij keek de kamer rond, op zoek naar een mogelijke uitweg. Hij en Landsbergis stonden tegen een muur aan en konden nergens dekking zoeken. Wel zag hij diverse voorwerpen die hij als wapen kon gebruiken.
Er was keuze genoeg, van de glinsterende schaar of de messing inktpot op het bureau tot de martinikan en de vernikkelde cocktailprikkers daarachter. De uitdaging was om er een te kunnen pakken zonder met kogels doorzeefd te worden. Hij moest iets vinden wat hen afleidde.
Maar toen Gurjev het woord weer nam, besefte hij dat daar geen schijn van kans op was. ‘Mijn president wil jou dood of levend hebben. Uiteraard geeft hij de voorkeur aan levend, maar omdat jij zijn zoon hebt vermoord, wil hij het genoegen ervaren om jou zelf om te brengen.
Toen je uit Rusland ontsnapte, heb je diverse van mijn vrienden vermoord, zoals ik al zei. Ze waren zeer goed getraind, wat voor mij een waarschuwing is dat ik heel voorzichtig moet zijn met jou. Dus hoewel ik je graag levend bij mijn president zou afleveren, denk ik dat dood een veel veiliger optie is.’
Harvath grijnsde. ‘Dan ben je nog arroganter dan directeur Simulik.’
De Rus grijnsde terug. ‘Dat is een heel hoge lat. Je zult het me vast vergeven dat ik het daar niet mee eens ben.’
‘Als jouw president mij dood had willen hebben, had hij me tegelijk met mijn vrouw en collega’s kunnen vermoorden. In plaats daarvan heeft hij me helemaal mee naar Rusland genomen. Waarom zou hij dat gedaan hebben, denk je?’
‘Ik kan niet in het hoofd van de president kijken.’
‘Precies. En daarom is het dwaas om te denken dat je dat nu wel kunt.’
Gurjevs grijns werd nog breder. ‘Werken zulke plaagstootjes bij jou wel vaker, Mr. Harvath?’
‘Alleen bij minder intelligente mensen,’ antwoordde hij.
Een moment lang wist de Rus niet of hij dit als een compliment of een belediging moest opvatten.
‘Ik beschik over veel informatie die jouw president graag wil hebben. Neem van mij aan dat de beloning veel hoger zal zijn als je mij levend bij hem brengt.’
Table of Contents
- Page 1
- Page 2
- Page 3
- Page 4
- Page 5
- Page 6
- Page 7
- Page 8
- Page 9
- Page 10
- Page 11
- Page 12
- Page 13
- Page 14
- Page 15
- Page 16
- Page 17
- Page 18
- Page 19
- Page 20
- Page 21
- Page 22
- Page 23
- Page 24
- Page 25
- Page 26
- Page 27
- Page 28
- Page 29
- Page 30
- Page 31
- Page 32
- Page 33
- Page 34
- Page 35
- Page 36
- Page 37
- Page 38
- Page 39
- Page 40
- Page 41
- Page 42
- Page 43
- Page 44
- Page 45
- Page 46
- Page 47
- Page 48
- Page 49
- Page 50
- Page 51
- Page 52
- Page 53
- Page 54
- Page 55
- Page 56
- Page 57
- Page 58
- Page 59
- Page 60
- Page 61
- Page 62
- Page 63
- Page 64
- Page 65
- Page 66
- Page 67
- Page 68
- Page 69
- Page 70
- Page 71
- Page 72
- Page 73
- Page 74
- Page 75
- Page 76
- Page 77
- Page 78
- Page 79
- Page 80
- Page 81
- Page 82 (reading here)
- Page 83
- Page 84
- Page 85
- Page 86
- Page 87
- Page 88
- Page 89
- Page 90
- Page 91
- Page 92
- Page 93
- Page 94
- Page 95
- Page 96
- Page 97
- Page 98
- Page 99
- Page 100
- Page 101
- Page 102
- Page 103
- Page 104
- Page 105
- Page 106
- Page 107
- Page 108
- Page 109
- Page 110
- Page 111
- Page 112
- Page 113
- Page 114
- Page 115
- Page 116
- Page 117
- Page 118
- Page 119
- Page 120
- Page 121
- Page 122
- Page 123