Page 59 of Near Dark
‘Wat dan?’ vroeg Jasinski.
Harvath stak zijn rechter wijsvinger op en wees op zichzelf. ‘Mij.’
‘Jou?’ zei Proctor. ‘Ik snap het niet.’
‘Gedurende de periode dat Carl volgens hen werd gemarteld, zijn er niet alleen bestanden geopend op zijn telefoon en laptop, maar ook binnen denis-databank. Die hadden allemaal met mij te maken. Ze geloven dat de moordenaar bezig was een dossier samen te stellen.’
‘Hoeveel mensen wisten van jouw relatie met Pedersen af?’
‘Buiten deze ruimte? Niet veel.’
‘Wacht eens even,’ kwam Jasinski tussenbeide. ‘Je zit hier toch niet omdat je denkt dat wij hier iets mee te maken hebben?’
‘Denkt de president dat wij erbij betrokken waren?’ vulde Proctor aan.
Harvath schudde zijn hoofd. ‘Ik heb er in de VS geen misverstand over laten bestaan dat jullie allebei nooit bij zoiets betrokken kunnen zijn geweest.’
‘Mooi.’
‘Dat gezegd hebbende moet ik weten of een van jullie Carls naam ooit tegen iemand heeft genoemd. Komt zijn naam in jullie rapporten en dergelijke voor?’
‘Rapporten?’ zei Jasinski. ‘Welke rapporten? We hebben niet eens aantekeningen gemaakt. En voor het geval je het niet meer weet, ik had geen idee met welk doel ik op pad was gestuurd toen ik me bij jou meldde. Ik ben vertrokken omdat de admiraal me dat opdroeg. Ik heb aan hem gerapporteerd, en verder aan niemand. Ik heb het zelfs mijn eigen regering niet verteld.’
Harvath geloofde haar voor de volle honderd procent.
‘Scot,’ verzekerde Proctor hem, ‘als iemand jou aan Carl heeft gekoppeld, dan komt dat niet door ons. We hebben de hele operatie strikt geheim gehouden. Als er ergens een lek zit, dan zit dat ergens anders.’
Harvath geloofde de admiraal eveneens. Geen van beiden had Carl direct verraden, en het leek er ook niet op dat er nog een ander contact was dat hij moest opsporen en ondervragen.
Jasinski had als scherpzinnig inlichtingenagent het idee dat Harvath iets voor hen achterhield. Het was slechts een gevoel, maar het was behoorlijk sterk. Er was iets wat hij hen niet vertelde.
‘Waarom zou iemand zijn pijlen op Carl richten teneinde een dossier over jou op te bouwen?’ vroeg ze.
‘Dat weet ik niet helemaal zeker.’
‘In ons vak kun je slechts zelden iets helemaal zeker weten. Maar laten we dat even buiten beschouwing laten. Je verbergt iets voor ons. Dat weet ik absoluut zeker. Echt. Vertel ons de rest van het verhaal.’
Ze was echt een kei, en daarom had hij er zo van genoten om met haar samen te werken. Ze had een zuiver moreel kompas, maar was niet bang om zo nodig haar handen vuil te maken. In hun branche heiligde het doel soms wel degelijk de middelen. Ze werden betaald om levens te redden en hun land tegen buitenlandse agressie te beschermen. Af en toe moest je de slechteriken laten zien hoe ver je bereid was te gaan om die doelen te bereiken.
‘Drie avonden geleden heeft iemand geprobeerd me te vermoorden,’ zei Harvath.
Proctor zette grote ogen op. ‘Was dat dezelfde persoon die Carl heeft vermoord?’
‘Dat weten we niet. We hebben de identiteit van de dode nog niet eens vastgesteld.’
‘Maar je had hem tenminste te pakken voordat hij jou kon pakken.’
Harvath schudde zijn hoofd. ‘Eigenlijk had ik hier helemaal niet mogen zijn. Hij had me te pakken. Ik was kansloos. Mijn redding was dat de Noren gewaarschuwd hadden en dat mijn team ter plaatse kwam voordat hij de trekker over kon halen.’
Jasinski keek hem aan. ‘Maar als je hem niet herkende, moet iemand hem gestuurd hebben, toch? En ik kan wel raden wie dat geweest is.’
‘Wie dan?’
Ze lachte, in de veronderstelling dat hij een grapje maakte. ‘Nou, het waren in elk geval niet de Tibetanen. Na alle schade die je de Russen hebt toegebracht? En dan heb ik het alleen nog maar over alles wat er gebeurd was voordat ze jou ontvoerden. Vervolgens die hele reeks incidenten en…’
‘Reeks incidenten?’ viel Harvath haar in de rede.
‘Kom nou toch, Scot. Ik lees ook rapporten en ik kan verbanden leggen. Dat is gewoon mijn werk. Een paar weken nadat je was gered, viel de ene na de andere sleutelfiguur rond de Russische president Pesjkov opeens dood neer, onder wie zijn zoon.’
Table of Contents
- Page 1
- Page 2
- Page 3
- Page 4
- Page 5
- Page 6
- Page 7
- Page 8
- Page 9
- Page 10
- Page 11
- Page 12
- Page 13
- Page 14
- Page 15
- Page 16
- Page 17
- Page 18
- Page 19
- Page 20
- Page 21
- Page 22
- Page 23
- Page 24
- Page 25
- Page 26
- Page 27
- Page 28
- Page 29
- Page 30
- Page 31
- Page 32
- Page 33
- Page 34
- Page 35
- Page 36
- Page 37
- Page 38
- Page 39
- Page 40
- Page 41
- Page 42
- Page 43
- Page 44
- Page 45
- Page 46
- Page 47
- Page 48
- Page 49
- Page 50
- Page 51
- Page 52
- Page 53
- Page 54
- Page 55
- Page 56
- Page 57
- Page 58
- Page 59 (reading here)
- Page 60
- Page 61
- Page 62
- Page 63
- Page 64
- Page 65
- Page 66
- Page 67
- Page 68
- Page 69
- Page 70
- Page 71
- Page 72
- Page 73
- Page 74
- Page 75
- Page 76
- Page 77
- Page 78
- Page 79
- Page 80
- Page 81
- Page 82
- Page 83
- Page 84
- Page 85
- Page 86
- Page 87
- Page 88
- Page 89
- Page 90
- Page 91
- Page 92
- Page 93
- Page 94
- Page 95
- Page 96
- Page 97
- Page 98
- Page 99
- Page 100
- Page 101
- Page 102
- Page 103
- Page 104
- Page 105
- Page 106
- Page 107
- Page 108
- Page 109
- Page 110
- Page 111
- Page 112
- Page 113
- Page 114
- Page 115
- Page 116
- Page 117
- Page 118
- Page 119
- Page 120
- Page 121
- Page 122
- Page 123