Page 112 of Near Dark
Hij dacht dat hij de Scandinavische cultuur begreep, of op zijn minst de Scandinavische vrouwen, maar zij bracht hem voortdurend van zijn stuk.
Het enige wat hij had gewild was rouwen om Lara, zich te pletter zuipen en zich voor de rest nergens meer druk om maken.
Toen was het meisje met de Sartretatoeage opgedoken en was alles ineens op zijn kop gezet.
Telkens als hij naar haar keek, voelde hij zich schuldig. Zij kon er niets aan doen. Het was allemaal aan hem te wijten. Hij had het gevoel dat hij Lara verraadde, en dat deed verdomd veel pijn.
Hij herpakte zich, poetste zijn tanden en probeerde alles van zich af te zetten.
***
Hij liep de trap af en zag haar in silhouet in het schemerlicht van buiten staan. Hij had nog uren zo naar haar kunnen kijken.
Maar ze hadden geen uren de tijd en hij stelde zich tevreden met een paar seconden. De plek die Dominique voor een drankje had uitgekozen was niet ver lopen.
Sølvi moest zijn aanwezigheid opgemerkt hebben. Ze draaide haar hoofd om en glimlachte, over haar schouder kijkend. Had hij nu maar zijn telefoon bij de hand gehad. Het zou een geweldige foto zijn geweest.
Ze leek in elk geval niet boos op hem. Hij liep de lobby door, opende de deur en hield die voor haar open.
Tegen een enorme meute vertrekkende toeristen in liepen ze door het smalle geplaveide straatje omhoog, als zalmen die tegen de stroom in zwommen. Dominique had gelijk gehad toen ze zei dat Mont-Saint-Michel rond vijf uur leeg begon te lopen.
Ondanks de uittocht bleek het niet in een middeleeuwse spookstad veranderd. Er was nog steeds volk op de been.
Ze troffen hun gids in de Auberge Saint-Pierre, waar ze een tafeltje in de kleine binnentuin had bemachtigd.
Harvath koos voor een espresso, terwijl Sølvi een Aperol-spritz nam en Dominique, die blij was dat de werkdag achter haar lag, een calvados bestelde.
Ze kwebbelde nog meer dan bij de lunch. Harvath vroeg zich af of ze met haar andere klanten al het een en ander had gedronken voordat ze hier aankwam.
Toch bood dat ook voordelen. Ze leek zich meer op haar gemak te voelen met hen en bracht zonder enige aansporing Aubertin ter sprake.
Veel over hem te melden had ze niet. Hij sprak met een Iers accent en was een beleefde, uiterst professionele gids. Zozeer zelfs dat hij met geen enkele andere gids omging. De enige keren dat Dominique hem ooit met anderen had gezien, was met klanten in een restaurant of café.
Hij werd als een uitstekende gids beschouwd en had haar in de loop der jaren een aantal goede klanten bezorgd. ‘En daar hoort mijn huidige gezelschap zeker bij,’ voegde ze eraan toe.
Ze wist niets van zijn persoonlijke leven en dacht dat hij ergens langs de kust woonde.
Zo snel als het onderwerp ter sprake was gekomen, zo vlot ging ze op iets anders over.
Hoe dan ook, dat hij met een Iers accent sprak was een bevestiging van Nicholas’ informatie. Aubertin was hun moordenaar.
Dat hij ergens langs de kust woonde, was interessant om te weten en kon hen bij de jacht op hem zeker helpen.
Na een paar minuten wachten stond Harvath op en verontschuldigde zich bij de dames met de mededeling dat hij snel weer terug zou zijn.
Hij liep naar het herentoilet, maar dat was bezet en dus stapte hij naar buiten om een bericht voor Nicholas op te stellen.
Terwijl hij het bericht intypte, ging er ineens een siddering door hem heen. Nog nooit had hij een dergelijk gevoel ervaren. Hij keek meteen op, half in de verwachting dat er een tijger op hem af sprong of dat er een meteoor uit de lucht viel. Hij had het gevoel het best kunnen omschrijven aan de hand van een uitdrukking van zijn grootmoeder. Het leek alsof iemand ‘over zijn graf was gelopen’.
Maar toen hij rondkeek, zag hij uiteraard geen tijger, noch een meteoor. Er waren alleen maar toeristen. Een groep was net een winkel aan de overkant van de straat binnengelopen.
Hij schudde het gevoel af, voltooide zijn tekst, drukte op verzenden en liep weer naar binnen.
49
Toen de dames hun drankjes ophadden en Harvath zijn espresso had gedronken, verlieten ze de Auberge Saint-Pierre en gingen ze op weg om de vespers bij te wonen, oftewel het avondgebed.
Zoals bij elke excursie van A naar B op het eiland waren er hellingen en stenen trappen, heel veel trappen.
Table of Contents
- Page 1
- Page 2
- Page 3
- Page 4
- Page 5
- Page 6
- Page 7
- Page 8
- Page 9
- Page 10
- Page 11
- Page 12
- Page 13
- Page 14
- Page 15
- Page 16
- Page 17
- Page 18
- Page 19
- Page 20
- Page 21
- Page 22
- Page 23
- Page 24
- Page 25
- Page 26
- Page 27
- Page 28
- Page 29
- Page 30
- Page 31
- Page 32
- Page 33
- Page 34
- Page 35
- Page 36
- Page 37
- Page 38
- Page 39
- Page 40
- Page 41
- Page 42
- Page 43
- Page 44
- Page 45
- Page 46
- Page 47
- Page 48
- Page 49
- Page 50
- Page 51
- Page 52
- Page 53
- Page 54
- Page 55
- Page 56
- Page 57
- Page 58
- Page 59
- Page 60
- Page 61
- Page 62
- Page 63
- Page 64
- Page 65
- Page 66
- Page 67
- Page 68
- Page 69
- Page 70
- Page 71
- Page 72
- Page 73
- Page 74
- Page 75
- Page 76
- Page 77
- Page 78
- Page 79
- Page 80
- Page 81
- Page 82
- Page 83
- Page 84
- Page 85
- Page 86
- Page 87
- Page 88
- Page 89
- Page 90
- Page 91
- Page 92
- Page 93
- Page 94
- Page 95
- Page 96
- Page 97
- Page 98
- Page 99
- Page 100
- Page 101
- Page 102
- Page 103
- Page 104
- Page 105
- Page 106
- Page 107
- Page 108
- Page 109
- Page 110
- Page 111
- Page 112 (reading here)
- Page 113
- Page 114
- Page 115
- Page 116
- Page 117
- Page 118
- Page 119
- Page 120
- Page 121
- Page 122
- Page 123